PROJECTBESTRATING | 2018/19 - NOPPERT BETON
98 TECHNISCHE AANTEKENINGEN trilplaat moet ten minste 40 cm zijn. Elk oppervlak moet 4 tot 5 keer worden afgetrild. Het gewicht van de gebruikte trilplaat is afhankelijk van de dikte van de toegepaste bestrating. Om het aftrillen van bestratingen vakkundig en efficiënt uit te voeren worden de volgende specificaties aanbevolen: voor bestratingen van 6 cm t/m 8 cm dikte trilplaten met een bedrijfsgewicht van 100 kg t/m 150 kg en een centrifugale kracht t/m ca. 18 kN voor bestratingen van 8 cm t/m 10 cm dikte, trilplaten met een bedrijfsgewicht van 150 kg t/m 200 kg en een centrifugale kracht van ten minste 20 kN voor bestratingen met een grotere dikte trilplaten met een gewicht van 200 kg t/m max. 600 kg en een centrifugale kracht t/m 70 kN. De afgetrilde bestrating moet in de loop van de tijd meerdere keren met zand worden afgestrooid, waardoor de voegen maximaal gevuld blijven voor maximale stabiliteit. Het is raadzaam de bestrating vóór het gebruik enkele dagen te laten rusten. Dit bevordert de stabiliteit, het overtollige water heeft dan tijd om in de bodem te zakken. *) Voegvulling; hieronder wordt bij voorkeur verstaan; schoon brekerzand. Tijdens de ontwerpfase moet al rekening worden gehouden met de machinale verwerking van de bestratingen. Door de maatvoering van het project af te stemmen op de afmetingen die efficiënt machinaal kunnen worden gelegd kan op de bouwplaats aanzienlijk efficiënter worden gewerkt. Het startpunt en de werkrichting moeten vóór aanvang worden bepaald en moeten in de ontwerp tekeningen en het bestek worden aangegeven. Vooral de vermelding van de werkrichting is belangrijk. Over het algemeen gelden bij de machinale bestrating dezelfde regels als bij de handmatige bestrating. Genuanceerde bestratingen Extra aandacht is nodig bij genuanceerde straatstenen (bijv. rood/ zwart genuanceerd) deze kunnen alleen machinaal worden verlegd wanneer de kleurnuancering in de laag zit. Bij betonstraatstenen geldt over het algemeen: Het voordeel van een machinaal aangelegde bestrating moet worden afgewogen tegen mogelijke schaakbordachtige kleurnuances, vooral bij eenkleurige producten. Dikte van de bestratingen Straatstenen met een dikte van 6 cm kunnen machinaal worden gelegd. Ervaring leert echter dat een machinale bestrating pas vanaf een dikte van 8 cm efficiënt is. Afmeting van de bestrating Om de machinale bestrating zo efficiënt mogelijk te houden, moet de afmeting van het straatwerk worden afgestemd op de rastermaat van de toegepaste bestrating. Op deze manier wordt veel zaag- of knipwerk voorkomen. De precieze rastermaat van de stenen moet vóór aanvang van het verleggen worden bepaald, door een afzonderlijke rij stenen met de hand uit te leggen. Daarbij moet de voeg voldoende groot zijn. De vooraf uitgelegde stenen vergemakkelijken het uitlijnen van de betonstraatstenen die machinaal worden aangebracht. Uitvoering Voor de machinale bestrating moeten altijd speciale bestratingmachines worden gebruikt. De steenklem moet aan vier zijden klemmen en een gewicht van tenminste 350 kg veilig kunnen tillen. In de klem mogen de stenen niet kunnen kantelen of verschuiven waardoor het voegenbeeld wordt verstoord. Omgebouwde heftrucks mogen in geen geval voor de machinale bestrating worden gebruikt, omdat zij hoge verticale puntbelasting op de bestrating uitoefenen, hierdoor kunnen verzakkingen ontstaan. Ook grote graafmachines met rubberen banden kunnen beter niet worden gebruikt, omdat ook deze verzakking van het straatwerk kunnen veroorzaken. Het bestraten vindt in principe vanaf het net gelegde oppervlak plaats. De bestratingeenheden (lagen uit het pak) moeten afwisselend uit meerdere pakketten worden gehaald. Elke bestratingeenheid moet na het leggen onmiddellijk worden gericht om een gelijkmatig voegenbeeld te krijgen. Voor het richten is een richtijzer het meest effectief (voorzichtig bij stenen zonder afschuining!). Nadat de voegen zijn ingeveegd is het richten slechts beperkt mogelijk. Het maken van persvoegen leidt ertoe dat een lastoverdracht van steen naar steen over de voeg niet meer mogelijk is. Dit kan leiden tot aanzienlijke beschadiging van de bestrating. Bovendien kunnen maattoleranties niet worden gecompenseerd. In ieder geval mogen de stenen niet met een voorslaghamer en/of een houten balk strak tegen elkaar worden geschoven. De voegen in de nieuw aangelegde bestrating moeten regelmatig tijdens het aanbrengen worden gevuld om het straatwerk de nodige stabiliteit te geven. Rijbewegingen op nog niet gevoegde en afgetrilde bestratingoppervlakten moeten zoveel mogelijk worden vermeden. Bovendien mag de bestratingmachine in geen geval meerdere keren hetzelfde traject afleggen omdat dit het risico van spoorvorming vergroot. Ook moeten sterk afremmen en wegrijden op het nieuw aangelegde werk worden vermeden. Na afloop van de bestrating- werkzaamheden moeten de voegen worden ingeveegd en het straatwerk kan worden afgetrild zodat een stabiele bestrating wordt verkregen. MACHINALE BESTRATING
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy ODE0ODQ=